Meer informatie
De val van volksheld Karel Lotsy
Als sportland telde Nederland voor de Tweede Wereldoorlog nauwelijks mee. Karel Lotsy (1893-1959) was de man die daar verandering in bracht. In de crisisjaren beleefde het Nederlands voetbalelftal onder zijn bevlogen leiding gouden tijden. Zijn donderspeeches waren fameus. Duizenden mensen kwamen luisteren naar zijn inspirerende lezingen over de mysterieuze krachten in de sport. Ook als chef de mission bij de Olympische Spelen van Berlijn, Londen en Helsinki wist hij sporters met zijn energieke en enthousiaste optreden naar triomfen te leiden. Hij vocht na de oorlog als KNVB-voorzitter voor het behoud van het amateurisme, maar kon de komst van betaald voetbal in 1954 uiteindelijk niet tegenhouden. Teleurgesteld trok hij zich terug in zijn werk bij verzekeraar de Holland van 1859. Hij stierf, opgebrand, in 1959.
Lang na zijn dood kwam Lotsy in opspraak vanwege vermeende misstappen in de oorlog, hoewel de zuiveringscommissie voor de sport hem in 1945 had vrijgesproken van collaboratie. In Amsterdam werd de Karel Lotsylaan daarom in 1998 van naam gewijzigd. Deze biografie laat aan de hand van vele nieuwe, onthullende bronnen zien hoe volksheld Karel Lotsy het slachtoffer kon worden van journalistieke, wetenschappelijke en politieke dwalingen.
De Dordtse magiër is een boeiende reis dwars door vijftig jaar Nederlandse sportgeschiedenis.
Ik durf de bewering aan dat Rie Mastenbroek op de Olympische Spelen van Berlijn geen titel veroverd zou hebben en Osendarp en Van Beveren en de anderen niet zulke tijden gemaakt zouden hebben als er uit de bus kwamen. Lotsy haalde het maximum uit een sportjongen of sportmeisje, dat onder zijn hoede kwam. De joviale, als hij wilde buitengewoon charmante man, had op sportmensen een overwicht dat de kant van hypnose uitging.' (Herman Kuiphof na Lotsy's overlijden in 1959)
Als de heer Lotsy spreekt, pakt elk woord, is die vaak als een kogel van Bakhuys of Vente,' schrijft een verslaggever van De Telegraaf over zijn laatste speech in de Wondertent. Even is het stil, dan davert het applaus als een orkaan door de eensklaps stil geworden ruimte.'