BLIKSEM IN DE RECHTERVOET LOUIS OVERBEEKE. HERINNERINGEN UIT DE WIEG VAN HET BETAALD VOETBAL.

Kees Rijvers, Kees Kuijs, Pierre van Hooijdonk, Frans Bouwmeester, Peter van der Merwe.
Die illustere namen kent iedere voetballiefhebber. Maar welke spelers komen volgens ons óók in aanmerking voor een plaats in het NAC-elftal van de eeuw?
Vandaag: Louis Overbeeke (rechtsbuiten)

Hoogerheidenaar Louis Overbeeke is al international als hij in 1954 de overstap maakt van Dosko naar NAC. Een krap jaar eerder, op 25 oktober 1953, trekt de bij METO begonnen voetballer voor het eerst het shirt van Oranje aan.
Nederland wint in De Kuip de Derby der Lage Landen met 1-0 van België, door een doelpunt van Max van Beurden (BVV). De Volkskrant schrijft over de West-Brabantse debutant: De beste uit de voorhoede, snelle rushes.
Zo leert NAC in de periode 1954-1961 Overbeeke ook kennen, een razendsnelle rechtsbuiten met een ziedend schot. Dorpsgenoot Jan van Elzakker schrijft later een biografie over zijn held met een even schitterende als treffende titel: 'Bliksem in de rechtervoet'.
Medespelers bij NAC vertellen over de uiterst aimabele Overbeeke 'dat hij sneller achteruit kon lopen dan een ander vooruit.'
In totaal speelt Louis Overbeeke slechts drie interlands, hij heeft de pech dat in 1954 de naar het buitenland uitgeweken profs weer in genade worden aangenomen bij het Nederlands elftal.
Met NAC viert hij het grootste succes in zijn eerste jaar, het veelgeroemde kampioenschap in de eerste klasse A in 1955.
Maar ook de jaren daarna ontpopt hij zich tot een publiekslieveling, die zelf met regelmaat scoort en daarnaast midvoor Canjels vele panklare voorzetten geeft.
In 1961 gaat Overbeeke terug naar 'huis'. Zijn vader is doodziek en plichtsgetrouw als hij is, neemt hij het familiebedrijf - pompstation en taxicentrale - in Hoogerheide over en speelt nog een tijd bij METO. In 1989 overleed hij veel te vroeg, op 58-jarige leeftijd. (JH)