HET BUITENBLAD.

Een Vlaams zusje van De Muur. Het eerste nummer is een special over Tom Boonen.
Als de Vlamingen in het verleden al historie schreven was dat overwegend op de fiets, amper in het fietsverhaal. Dat was het privilege van de Noorderburen. De Vlaamse poëzie zat verborgen in een stel kuiten, sprinters waren hen kortverhaal, een fietsroman bestond uit TV-reportages over bergritten van heel lang geleden. Met Merckx als Mulisch (De Ontdekking van de Hemel), Van Impe als Kundera (De ondraaglijke Lichtheid van het Bestaan) en Pollentier als Claus (Het Verdriet van België). Om maar te zeggen: Vlaanderen was lange tijd braakland voor sportieve pennen.
Maar tijden veranderen. Vandaag is er meer literaire en journalistieke kwaliteit, ondanks tijden van stevige pulp. Het laatste decennium groeide het aantal interessante pennen en dito verhalen. In Het Buitenblad brengt men er een aantal bij elkaar. Een gevarieerde oogst uit alle lagen en in alle genres.
In het eerste nummer bijdragen van Frederik Backelandt, Agnes Boonen-Melis, Loes Geuens, Philip Hoore, Robert Janssens, Herman Laitem, Luc Lamon, Jean-Marie Leblanc, Dirk Nachtergaele, Ronny Neirinck, Paul Rigolle, Jacques Sys, Annemie Struyf, Karl van Nieuwkerke, Erik van Rompuy, Rik Vanwalleghem, Willie Verhegghe en Bert Wagendorp.
Voorlopig nog op jaarbasis, maar met de hoop op vaker en uit te groeien tot Kwartaalblad.