TOUR DE FRANCE

Decennialang, tussen 1954 en 1982, schreef Antoine Blondin in het Franse sportdagblad L'Equipe vrijwel jaarlijks een kroniek over de Tour de France.
Eind jaren zeventig destilleerde Blondin 'Sur le Tour de France' uit de talloze kronieken die hij tot dan toe had geschreven. In dit boek probeerde Blondin de essentie van de Tour maar ook van zijn eigen passie onder woorden te brengen. Het resultaat is een fenomenaal verhaal waarin vele grote renners uit het gouden tijdperk van de Tour de France de revue passeren: Coppi en Bartali, Bobet, Kübler en Koblet, Van Est, Gaul en Ockers, Anquetil en Poulidor, Merckx, Gimondi en Pingeon, Hinault, Pollentier en Thévenet.
Antoine Blondin (1922-1991), schrijver, bohémien en groot drinker, was geen beroepsjournalist. Eerst en vooral was hij een vooraanstaand en strijdbaar romancier die het de schrijvers kwalijk nam dat zij met de spectaculaire verhaalstof die de Tour de France biedt nauwelijks iets hebben gedaan.